“Wij kozen voor Schulinck Opleidingen omdat zij de flexibiliteit hadden om een opleidingstraject op maat te maken.”
De Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) voert wettelijke taken uit op het gebied van milieu en bouw- en woningtoezicht. Daarnaast houdt de dienst zich bezig met het toezicht van zwemwater en heeft een adviserende rol in ruimtelijke plannen, bodem, externe veiligheid, geluid- en luchtkwaliteit, archeologie, ecologie en milieueducatie, maar ook in duurzaamheidsbeleid en de uitvoering hiervan. Een breed spectrum aan taken dus. ODMH werkt in opdracht van de provincie Zuid-Holland en zes gemeenten in de regio Gouda en draagt met het uitvoeren van alle taken bij aan een veilige, duurzame en gezonde samenleving. Met het oog op de komst van de Omgevingswet ontstond begin 2023 de behoefte aan een goede voorbereiding en bijscholing voor de medewerkers. OMDH koos daarbij voor de opleidingen van Schulinck.
ODMH is één van de 29 omgevingsdiensten in Nederland en bestaat sinds 2012. “Daarvoor waren we een milieudienst in Gouda,” legt Henk Spruit, afdelingshoofd Bouw- en Woningtoezicht bij ODMH, uit. “Als afdeling Bouw- en Woningtoezicht houden we ons bezig met taken als vergunningverlening, toezicht en handhaving, juridische zaken en advisering op bouwtaken. ODMH is een gemeenschappelijke regeling met een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur, waarin de bestuursleden wethouders of gedeputeerden zijn van de betreffende gemeenten en de provincie Zuid-Holland.”
Medewerkers voldoende bagage meegeven
Spruits collega Nadia el Khallabi is beleidsadviseur van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van ODMH. Zij volgt de ontwikkelingen op het gebied van bouw- en regelgeving op de voet en stemt daarop de processen van ODMH af. “Signaleren, beleidsstukken schrijven, ondersteunen, “ somt ze haar werkzaamheden op, “het is een heel brede functie. Samen met Henk Spruit was ik ook verantwoordelijk voor het voorbereiden van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht op de komst van de Omgevingswet. Dat betekende natuurlijk ook dat we de medewerkers moesten bijscholen, om ze voldoende bagage mee te geven om per 1 januari met de nieuwe wet aan de slag te gaan.” Spruit vult aan: “Dat hebben we eerder ook willen doen, maar de wet werd keer op keer uitgesteld. Het was steeds aftasten: is dit het goede moment? Als er weer een uitstel komt terwijl je al aan het opleiden bent, dan verlies je het momentum en is het eigenlijk een desinvestering.” El Khallabi: “Gaandeweg is de wet nog in ontwikkeling geweest, dus we wilden vooral ook de laatste stand van zaken in de bijscholing aan bod laten komen.”
Opleidingstraject op maat
Om een nuttig bijscholingstraject te kunnen bieden werd eerst in kaart gebracht waar de organisatie specifiek behoefte aan had. Toen dat helder was, ging El Khallabi bij een aantal opleiders na wat er zoal werd geboden. “We zagen dat veel instituten niet echt iets kant en klaars paraat hadden, wat aansloot bij onze kennisbehoefte” zegt El Khallabi. “We hebben uiteindelijk gekozen voor Schulinck omdat zij de flexibiliteit hadden om een opleidingstraject op maat te maken, zodat we precies konden krijgen waaraan we behoefte hadden. Aangezien de opleidingsbehoefte afdelingsbreed was, bleek het wel zo praktisch om het allemaal naar ons toe te halen en te kiezen voor incompany dagen. De bestaande standaardcursussen van Schulinck op locatie boden bovendien niet het maatwerk dat we incompany wel kregen. En op deze manier konden we ook zelf de data afstemmen.” Spruit: “Het was ook een financiële afweging. We hadden zo’n 50 mensen die één of meerdere cursussen moesten volgen. Als die allemaal extern moeten, wordt dat een dure aangelegenheid.”
Elke opleidingsdag een eigen thema
De specifieke scholingsbehoefte werd aan Schulinck voorgelegd. Daarop deed Schulinck een voorstel voor een traject. El Khallabi: “Dat voorstel zijn we verder gaan uitwerken. Qua planning hadden we een tijdspad in gedachten: we wilden na de zomer van start gaan en natuurlijk moesten de medewerkers vóór 1 januari 2024 voldoende opgeleid zijn, zodat we niet achter de feiten zouden aanlopen. Daarin hebben we samen met Schulinck een modus gevonden. Qua inhoud kregen alle opleidingsdagen een eigen thema. De medewerkers die daarmee te maken hebben in hun werk, waren op die dag aanwezig. Zo heeft iedereen, afhankelijk van functie, vooropleiding en kennis, één of meer trainingsdagen gehad.” Interactief en met eigen casussen Vlak na de zomer van 2023 ging het opleidingstraject van negen dagen van start. Een paar dagen voor elke trainingsdag werd lesmateriaal geleverd, zodat dat klaar lag voor de deelnemers. “Er waren voor de verschillende onderwerpen ook verschillende docenten, elk met eigen expertise,” vertelt Spruit. “Ze waren goed ingevoerd in de materie, alleen toevallig de eerste was nog net te onervaren om echt iets stevigs neer te zetten. Hij kon onze ervaren afdeling niet echt veel verder brengen. Daarover hebben we het met Schulinck gehad en dat werd goed opgepakt. Andere docenten waren dan weer wandelende kennisbanken, die met veel interactie en humor hun cursusdagen vulden.” El Khallabi vult aan: “Voorafgaand aan elke dag hebben we per team met de cursusleider een intake gehouden, waarin werd besproken waar onze behoefte lag en welke casussen en situaties we graag besproken wilden hebben. Dat ging goed: de meeste docenten waren lekker interactief bezig en wisten onze ingebrachte casussen in de lesstof te verwerken.”
Vertrouwen in het kennisniveau
De opleidingscyclus heeft zeker bijgedragen aan het op peil brengen van de kennis van de afdeling, denken El Khallabi en Spruit. “Ik ben dat intern ook nagegaan, hoe mensen het hebben ervaren,” zegt El Khallabi. “Aan het begin van de cyclus was er bij de medewerkers nog veel behoefte aan kennis, aan het einde was aan deze kennisbehoefte voldaan. Daaraan merkten we dat de medewerkers er vertrouwen in hebben dat ze weten hoe ze met de nieuwe wet moeten werken. Ik hoop dat ze de kennis goed kunnen toepassen in hun dagelijkse praktijk. Het is nu nog te vroeg om dat zeker te weten, het is nu (op het moment dat het interview met El Khallabi en Spruit plaatsvond, red.) pas januari 2024. In voorbereiding op de Omgevingswet hebben we naast de bijscholing ook onze werkprocessen veranderd. Ik hoor geen geluiden dat mensen niet weten wat ze moeten doen.” Spruit: “Ik denk dat de cursussen voor de medewerkers ook hebben geholpen om het besef te krijgen: ik begin niet op nul, ik weet er al aardig wat van en merk in de praktijk ook al dingen. De discussies die tijdens de cursusdagen ontstonden hielpen daaraan ook mee. Dat geeft vertrouwen, ook al zullen we in de toekomst nog best onzeker zijn over bepaalde situaties.” El Khallabi: “Maar dat is landelijk gedeeld leed, het is voor ons allemaal een zoektocht.”
Uiterst professioneel
Voorlopig heeft bij ODMH iedereen een cursus gevolgd die er eentje moest volgen. De opleidingscyclus is daarmee dus afgerond. Spruit en El Khallabi kijken er tevreden op terug. “Natuurlijk waren er wat dingen die anders hadden gekund,” zegt El Khallabi. “Maar ik wil vooral de afdeling Opleidingen van Schulinck complimenteren met het organiseren van de cursusdagen, de tussentijdse evaluaties en het omgaan met onze feedback. Dat ging uiterst professioneel!”
Meer weten?
Neem contact op met Joyce Teurlincx.